Soms komt er een spel voorbij dat je niet meteen in een hokje kunt plaatsen. Geen klassiek fantasy-thema, geen overbekende setting met ridders of ruimtevaarders. Nunatak neemt je mee naar de bevroren uithoeken van Antarctica, waar mysterieuze pieken uit het ijs steken — niet zomaar bergen, maar de resten van een vergeten beschaving. Wat volgt is geen strijd om macht of rijkdom, maar een gezamenlijke onderneming om een tempel te herbouwen. Toch bouw je niet sámen: terwijl de ijzige wind om je oren giert, wil iedereen de meeste eer opstrijken.
In deze review neem ik je mee in de wereld van Nunatak. Wat is het voor spel? Hoe speelt het? Voor wie is het geschikt? En bovenal: is het de moeite waard om deze tempel uit het ijs te halen?
Een ijzig mysterie herrijst: het verhaal achter Nunatak
Stel je voor: je opent de doos van Nunatak en stapt direct in een ijskoud, mysterieus landschap. Geen fantasievolle koninkrijken of bekende middeleeuwse taferelen dit keer, maar het desolate en majestueuze Antarctica. Hier rijzen de nunataks – grillige rotsformaties die boven het ijs uitsteken – niet zomaar op uit de sneeuw. Nee, in dit spel zijn het de toppen van eeuwenoude, vergeten ijstempels. Bouwwerken van een verloren beschaving, waarvan jij en je medespelers de laatste afstammelingen zijn.
Wat me meteen aansprak, is hoe dat thema niet zomaar een laagje saus is, maar echt verweven zit in hoe het spel speelt. Elke ronde voelt alsof je daadwerkelijk bezig bent met het herbouwen van een heilige structuur. Je sleept ijsblokken aan, tilt ze naar hogere niveaus, en hoopt ondertussen op de zegen van de Ouden – de Elders – die jouw werk met spirituele goedkeuring belonen. Elk type helper dat je inschakelt – van architect tot lastdier – draagt bij aan de illusie dat je aan een groot, ritueel bouwproject werkt.
Zelfs het fysieke speelbord – een tempel die letterlijk groeit in de hoogte – versterkt dat gevoel. Terwijl je steeds meer ijsblokken plaatst en nieuwe verdiepingen toevoegt, ontstaat er een indrukwekkende, driedimensionale structuur op tafel. Dat is niet alleen leuk om naar te kijken, het maakt ook thematisch duidelijk: dit is niet zomaar bouwen om punten te scoren. Dit is een nalatenschap die je achterlaat.
Bouwen met blokken – letterlijk en figuurlijk
Wat meteen opvalt als je Nunatak op tafel zet, is hoe uitnodigend het er allemaal uitziet. De speldoos zit vol stevige, kleurrijke componenten die niet alleen functioneel zijn, maar ook écht bijdragen aan de beleving. Het hart van het spel – de tempel – bouw je letterlijk laag voor laag op met ijzige bouwblokken in je spelerskleur. En eerlijk is eerlijk: dat ziet er niet alleen tof uit, het geeft ook een bijzonder gevoel van vooruitgang. Je ziet iets groeien onder je handen, en dat werkt motiverend.
De vloer- en bouwtegels zijn rijk geïllustreerd met symbolen die verwijzen naar je helpers en hun gereedschap – touwen, bijlen, zagen – allemaal perfect passend bij het idee van een primitieve, maar vindingrijke samenleving in barre omstandigheden. En dan zijn er nog de ‘blessing cards’, kleine maar sfeervolle kaartjes die je het gevoel geven dat de oude geesten van de tempel met je meekijken. Elk detail draagt bij aan de wereld die het spel probeert op te roepen.
Wat ook een compliment verdient, is het driedimensionale spelelement. Dankzij de modulaire tegels en het tempeldak dat je als kroon op het werk mag plaatsen, ontstaat er een indrukwekkend bouwwerk op tafel. Zeker in een spel met meerdere spelers vult de tempel al snel het midden van de tafel – en dat oogt net zo goed als het voelt.

Wat zit er in de doos van Nunatak?
In de doos van Nunatak vind je een verrassend rijk gevulde verzameling materialen. Alles voelt degelijk aan en draagt bij aan het thematische gevoel van een groot bouwproject:
- 72 ijsblokken (18 per spelerskleur)
- 54 vloer- of tempeltegels (waar je op bouwt)
- 54 bouwkaarten (6 verschillende soorten helpers)
- 20 zegenkaarten (blessings)
- 6 voltooiingskaarten (voor 4 spelers)
- 4 scoretracks met architectensporen (in losse frameonderdelen)
- 4 overzichtskaarten (met spelverloop en puntentelling)
- 4 markers voor de architectensporen
- 4 scoreschijven
- 1 tempeldak (dat je moet assembleren voor je eerste spel)
- 4 markeerders (1 per speler)
- 1 startspelertoken
- 1 “100/200 punten”-token
- Regelboekje
Hoe zet je Nunatak op?
De eerste keer dat je Nunatak speelt, kost de opbouw iets meer tijd, vooral omdat je het tempeldak moet samenstellen. Daarna gaat het vlot. De opzet verloopt als volgt:
- Tempeldak en frame klaarzetten
- Assembleer het tempeldak (alleen nodig bij de eerste keer).
- Bouw het scoreframe in het midden van de tafel, zodat elke speler een architectenspoor voor zich heeft.
- Vloertegels sorteren
- Sorteer de 54 vloer-/tempeltegels in vier stapels naar het nummer op de achterkant (1 t/m 4).
- Schud elke stapel apart.
- Leg de 25 tegels van stapel 1 open in een 5×5 raster in het frame – dit is het beginnende tempelplateau.
- Stapel de overige drie stapels (2 bovenop 3 bovenop 4) gedekt als één trekstapel.
- Bouwkaarten voorbereiden
- Sorteer ook de bouwkaarten op rugnummer (1 t/m 4), schud ze afzonderlijk en leg ze als één trekstapel (1 bovenop).
- Leg de bovenste vier bouwkaarten open in een rij naast het bord (de “display”).
- Zegenkaarten schudden
- Schud de zegenkaarten en leg ze als gedekte stapel naast het bord.
- Draai de bovenste twee kaarten open.
- Spelersmateriaal uitdelen
- Elke speler kiest een kleur en krijgt:
- 18 ijsblokken
- 1 architectenmarker
- 1 scoreschijf
- 1 overzichtskaart
- Zet je marker op vakje 1 van je architectenspoor.
- Zet je scoreschijf op vakje 0 van het scorepad.
- Elke speler kiest een kleur en krijgt:
- Startspeler bepalen
- Geef de startspelertoken aan de ‘coolste’ speler (letterlijk volgens de regels).
- (Optioneel): Bij 4 spelers gebruik je de voltooiingskaarten en zijn er enkele extra aanpassingen (zoals minder ijsblokken per speler).

Hoe speel je Nunatak? Een ijzige uitdaging in lagen
In Nunatak bouw je samen aan een gigantische ijstempel, maar probeer je ondertussen zelf de meeste punten te scoren. Elke beurt bestaat uit drie eenvoudige stappen:
- Kies een bouwkaart
Kies één van de vier openliggende kaarten. Deze bepaalt waar je een ijsblok mag plaatsen en wat voor type helper je toevoegt aan je verzameling (bijv. een architect, beeldhouwer of lastdier). - Plaats een ijsblok in de tempel
Je legt een blok op een tegel die overeenkomt met het symbool op de gekozen kaart. Je scoort direct punten als je op een hoger niveau bouwt, of als je een rij of vierkantje voltooit. - Voer speciale acties uit
Sommige kaarten (zoals de bouwer of oudere) geven je extra acties: zoals tegels verschuiven of een zegenkaart pakken, die je later extra voordelen oplevert.
Na verloop van tijd groeit de tempel letterlijk de hoogte in. Je bouwt nieuwe verdiepingen op eerder geplaatste ijsblokken. Aan het eind volgt een uitgebreide puntentelling op basis van de kaarten die je verzameld hebt en je bijdrage aan het tempelontwerp.
Het spel eindigt zodra het dak op het hoogste niveau van de tempel geplaatst is. De speler met de meeste punten wint – en mag zichzelf de ware bouwer van Nunatak noemen.
Voor een volledige uitleg van alle acties, scoringsregels en speciale kaarten kun je terecht in het duidelijke en rijk geïllustreerde spelregelboekje dat bij het spel zit. Of bekijk de video met speluitleg hieronder.
IJsblokken schuiven en slimme zetten plannen
Wat Nunatak verrassend leuk maakt, is de balans tussen planning en aanpassing. Er zit zonder twijfel tactiek in: je kiest zorgvuldig welke kaarten je pakt, hoe je je ijsblokken positioneert en welke type helpers je verzamelt voor de eindscore. Maar tegelijk vraagt het spel dat je flexibel blijft. Soms gooit een andere speler precies díé kaart weg die jij net wilde pakken. Of plaatst iemand een blok waardoor jouw ideale bouwplek ineens niet meer zo gunstig is.
Geluk speelt zeker een rol – vooral in welke kaarten open komen te liggen – maar het voelt zelden frustrerend. Je kunt bijna altijd iets nuttigs doen, al moet je misschien je plan bijstellen. Bluf of geheimhouding zijn niet echt aan de orde, want alles ligt grotendeels open op tafel. De keuzes zitten vooral in wat jij oppakt en hoe je dat het best gebruikt.
Wat de interactie betreft: Nunatak is niet keihard competitief, maar je kijkt wél constant naar wat anderen doen. Wie heeft de meeste ijsblokken in dat bijna-voltooide vierkantje? Wie gaat ervandoor met die architectenkaarten? Er zijn subtiele manieren om elkaar net voor te zijn of een bonus weg te kapen. Je blokkeert elkaar indirect, en dat zorgt voor spanningsmomenten, zonder dat het spel venijnig wordt.
De herspeelbaarheid zit hem vooral in de variatie: de volgorde van de kaarten, de opbouw van de tempel en je eigen keuzes zorgen elke keer voor een andere dynamiek. En doordat het tempelbouwwerk letterlijk groeit, blijft het spel visueel boeiend – je blijft ernaar kijken, ook als je even niet aan de beurt bent.
Kortom, Nunatak is geen zenuwslopende hersenkraker, maar wél een spel waar je steeds opnieuw met plezier je strategie afstemt op wat het spel en je tegenstanders je voorschotelen. En dat maakt het een fijne keuze voor spelers die houden van plannen, bouwen én een vleugje competitie – zonder dat het ooit kil aanvoelt, ondanks al dat ijs.

Voor wie is Nunatak eigenlijk bedoeld?
Nunatak richt zich duidelijk op spelers die houden van een beetje puzzelen, plannen en bouwen, maar zonder dat het al te zwaar wordt. Dit is geen spel waarbij je stilletjes een uur zit te rekenen op de perfecte zet — gelukkig niet. In plaats daarvan biedt het een fijne balans tussen denken en dóén. Heb je plezier in het opbouwen van iets tastbaars, vind je het leuk om beetje bij beetje aan je eigen score te timmeren en waardeer je spellen waarin je je tegenstanders in de gaten moet houden zonder ze keihard te dwarsbomen? Dan zit je hier goed.
Voor ervaren spelers zal Nunatak waarschijnlijk aanvoelen als een licht strategisch tussendoortje, ideaal voor een avond waar je niet te diep wilt gaan. Voor families en gelegenheidsspelers is het juist een fijne instapper in het rijkere spelengenre — je hoeft geen spelencyclopedie te zijn om mee te kunnen doen. Maar: zoek je vooral heftige confrontatie, directe sabotage of razendsnelle actie? Dan biedt Nunatak misschien te weinig pit. Het speltempo is gemoedelijk en het draait meer om optimaliseren dan om elkaar af te troeven.
Wat het aantal spelers betreft: met drie of vier spelers komt Nunatak het best tot zijn recht. Dan is er genoeg concurrentie om het spannend te houden, en groeit de tempel echt tot een indrukwekkend bouwwerk. Met twee spelers werkt het ook prima, maar dan speel je met een neutrale derde kleur (Siku), en dat voelt soms wat minder natuurlijk. Solo is ook mogelijk, al mist dan de onderlinge dynamiek die het spel juist levendig maakt.
Conclusie: een gelaagd bouwspel met charme
Nunatak weet op knappe wijze een relatief eenvoudig spelmechanisme te combineren met een thematisch sterk uitgewerkt concept. Het idee dat je samen bouwt aan een eeuwenoude ijstempel, terwijl je elk voor zich zoveel mogelijk eer probeert te vergaren, zorgt voor een originele spelervaring. De componenten zijn niet alleen mooi en degelijk, maar dragen ook echt bij aan de sfeer — het visuele effect van de groeiende tempel is een genot om te zien.
De spelregels zijn overzichtelijk en snel op te pikken, maar bieden genoeg diepgang om bij herhaling interessant te blijven. De keuzes die je maakt voelen betekenisvol, en hoewel er een vleugje geluk in zit, draait het vooral om timing, positie en slim kaartbeheer. De interactie is subtiel, maar aanwezig: je houdt elkaar goed in de gaten, zeker als het aankomt op de race om punten en meerderheden.
Nunatak is bij uitstek geschikt voor families, gelegenheidsspelers of ervaren spelers die op zoek zijn naar een luchtiger tussendoortje met een leuk ruimtelijk element. Het is minder geschikt voor spelers die houden van harde confrontatie of extreem strategisch denkwerk. Maar zoek je een sfeervol spel waarin je bouwt, plant en af en toe nét iets sneller bent dan je medespelers? Dan is de kans groot dat Nunatak een plekje op je speeltafel weet te veroveren.
