De naam alleen al roept vragen op: Pompen of Verzuipen — wat voor spel is dat precies? Wordt het een dolkomische overlevingstocht of een droge kaartenstrijd met een natte ondertoon? Het blijkt een verrassend slim en psychologisch kaartspelletje te zijn dat zich ergens tussen luchtig familiespel en tactisch tussendoortje in nestelt. De regels zijn zo uitgelegd, het tempo ligt hoog, en toch sta je elke beurt weer voor lastige keuzes. Of je nu probeert droog te blijven of je medespelers liever ziet zinken: dit is een spel waarin je continu balanceert op de rand van verdrinken.
Hou je hoofd boven water: het speelse overlevingsgevoel van Pompen of Verzuipen
Stel je voor: je staat aan dek van een gammel schip, ergens op open zee. De lucht betrekt, de golven klotsen onheilspellend tegen de romp, en jij? Jij moet zien te overleven. Welkom bij Pompen of Verzuipen, een kaartspel dat je misschien verrast met z’n eenvoudige uiterlijk, maar dat een verrassend slim spelmechanisme koppelt aan een luchtig thema vol onderhuidse spanning.
Het spel draait om het vermijden van stijgende waterstanden — letterlijk. Elke ronde worden er twee “getijdenkaarten” omgedraaid en jij probeert met jouw hand vol “weerskaarten” slim te bieden om die kaarten níét te hoeven nemen. Want hoe hoger jouw waterstand oploopt, hoe sneller je een van je kostbare reddingsboeien kwijtraakt. En als je geen reddingsboeien meer hebt? Dan ga je kopje onder.
Wat dit spel bijzonder maakt, is hoe het eenvoudige concept van stijgende getijden mooi verweven is in zowel de spelmechanieken als de symboliek. Elke kaart die je speelt is een inschatting van risico — pompen of verzuipen, letterlijk. En die reddingsboeien die je aan het begin van het spel krijgt? Die zijn niet willekeurig, maar worden bepaald door jouw startkaarten: wie zwaarder weer in zijn kaarten heeft, krijgt wat meer drijfvermogen. Het voelt alsof het spel je meteen een reddingsvest toewerpt, maar daarna zegt: “Zo, nu zwem je maar.”
En dat thema, hoe simpel ook, doet echt iets tijdens het spelen. Naarmate je minder reddingsboeien overhoudt, voel je de druk toenemen. Je gaat voorzichtiger spelen, of juist roekelozer — alles om nog een ronde boven water te blijven. Pompen of Verzuipen is daarmee geen zwaar thematisch spel, maar het weet op slimme wijze spanning en verhaal in een luchtig kaartspel te stoppen.

Van schaapjes tot stormkaarten: dit zit er in de doos
Voordat je ook maar één kaart speelt, valt één ding meteen op: dit is geen spel dat zichzelf al te serieus neemt. De illustraties zijn licht absurdistisch — denk aan schaapjes die ogenschijnlijk kalm ronddobberen in stormachtig water — en dat past wonderlijk goed bij het speelse karakter van het spel. Het is alsof het spel je al een knipoog geeft voordat het je de diepte in duwt.
De kaarten zijn stevig en overzichtelijk vormgegeven. De weerskaarten zijn genummerd van 1 tot 60, elk uniek, met een subtiele aanduiding van halve of hele reddingsboeien erop — een handig visueel detail dat je helpt bij het bepalen van je startvoorraad reddingsmiddelen. De getijdenkaarten zijn minder talrijk, maar des te belangrijker, en hun oplopende waarden geven meteen een gevoel van dreiging. Alles is functioneel, zonder franje, maar de vormgeving draagt net genoeg karakter om sfeer op te roepen.
De reddingsboeien zelf zijn eenvoudige kartonnen fiches — niet spectaculair, maar ze doen precies wat ze moeten doen: visueel maken hoe dicht je bij verzuipen bent. En juist dat maakt het spannend. Als je tegenstander nog maar één boei voor zich heeft liggen, zie je letterlijk hoe dun het lijntje is waarop ze balanceren.
Geen miniaturen, geen speelbord, geen toeters en bellen. Maar juist die eenvoud maakt Pompen of Verzuipen zo toegankelijk. Alles past op tafel, alles is snel opgezet, en alles draait om de kaarten en wat jij ermee doet.

Wat zit er in de doos?
Pompen of Verzuipen is een compact kaartspel met overzichtelijke spelonderdelen. In de doos vind je:
- 60 weerskaarten – genummerd van 1 t/m 60, elk met een uniek nummer
- 24 getijdenkaarten – deze geven het waterpeil weer
- 24 reddingsboei-fiches – kartonnen fiches die je levensvoorraad aangeven
- 1 scoreblok en een potlood – om de punten bij te houden
Spelopzet – stap voor stap
- Scheid de kaarten op rugkleur:
- Weerskaarten hebben een gele rug, getijdenkaarten een blauwe rug.
- Schud beide stapels afzonderlijk.
- Deel de weerskaarten uit:
- Elke speler krijgt 12 weerskaarten. Eventuele overgebleven kaarten gaan terug in de doos.
- Leg de stapel getijdenkaarten gedekt in het midden van de tafel.
- Bepaal het aantal reddingsboeien per speler:
- Bekijk de symbolen op je weerskaarten. Sommige kaarten tonen halve of hele reddingsboeien.
- Tel het totaal aan boeien (twee halve boeien vormen samen één hele).
- Rond naar beneden af bij een halve boei.
- Neem het bijbehorende aantal reddingsboei-fiches en leg deze open voor je neer.
- Iedere speler houdt zijn eigen 12 weerskaarten geheim, maar de reddingsboeien liggen zichtbaar op tafel.
- De stapel getijdenkaarten is nu klaar voor gebruik: de bovenste twee kaarten worden elke beurt omgedraaid.

Hoe speel je het?
In Pompen of Verzuipen probeer je te voorkomen dat je verdrinkt in stijgend water. Het spel wordt gespeeld over meerdere rondes, waarbij elke speler een hand van 12 weerskaarten krijgt. Elke ronde bestaat uit 12 slagen (beurten).
Aan het begin van elke slag worden er twee getijdenkaarten opengedraaid. Vervolgens kiest iedereen in het geheim een weerskaart uit zijn hand en draait deze tegelijk om. De speler met de hoogste kaart moet de lagere getijdenkaart nemen; de op één na hoogste speler krijgt de hogere (en dus gevaarlijkere) kaart.
Na elke slag wordt gekeken wie op dat moment de hoogste getijdenkaart voor zich heeft liggen. Die speler verliest een reddingsboei. Geen boeien meer over? Dan zwem je je laatste rondje mee — bij de volgende verliesbeurt lig je eruit voor die ronde.
Een ronde eindigt wanneer iedereen zijn 12 kaarten heeft gespeeld, of wanneer er nog maar twee spelers over zijn. Je scoort punten voor elke reddingsboei die je nog hebt. Daarna worden de kaarten doorgegeven naar links en begint een nieuwe ronde.
De volledige spelregels en voorbeelden zijn uiteraard te vinden in het regelboekje. Of bekijk de video met speluitleg hieronder.
Tactiek, bluf en overlevingsdrang
Hoewel Pompen of Verzuipen er op het eerste gezicht uitziet als een luchtig kaartspelletje, blijkt het in de praktijk verrassend spannend en tactisch. Je speelt je kaarten gesloten, waardoor elke slag een klein psychologisch steekspel wordt. Speel je nu een lage kaart, in de hoop de getijdenkaarten te vermijden? Of verwacht je juist dat anderen laag gaan en durf je wat hoger te bieden om een betere kaart op te pikken? Hier komt bluf om de hoek kijken — subtiel, maar effectief.
Geluk speelt zeker een rol. Je weet vooraf nooit welke getijdenkaarten er op tafel komen, en je bent afhankelijk van de samenstelling van je hand. Toch voel je veel speelruimte binnen die beperkingen. Elke hand dwingt je tot slimme keuzes: risico nemen of juist temporiseren? Zeker omdat je kaarten tijdens het spel niet opnieuw geschud worden, maar doorgeschoven worden naar je buurman, ontstaat er een interessante laag van planning. Heb je net een rotkaartenhand gespeeld? Dan weet je: die krijgt de ander straks. En andersom dus ook.
Spelers beïnvloeden elkaar voortdurend, ook al speel je geen kaarten op elkaar. De verdeling van de getijdenkaarten, het moment waarop iemand zijn laatste reddingsboei verliest, en de volgorde van gespeelde kaarten — alles wat jij doet, heeft een effect op de rest. Het is een indirecte vorm van interactie, maar daarom niet minder voelbaar.
Wat Pompen of Verzuipen ook goed doet, is je betrokken houden tot het einde. De beurten zijn kort, er is weinig downtime, en omdat iedereen tegelijk speelt, ben je voortdurend aan zet. Zelfs als je uit een ronde ligt, duurt het niet lang voor de volgende begint. Dat maakt het spel tempo-vast en uitnodigend voor een tweede of derde potje. En omdat je telkens met een andere kaartenhand speelt — die van een andere speler dus — voelt elke ronde net anders. Die herspeelbaarheid is knap voor een spel met zo’n eenvoudige basis.
Voor wie is dit spel bedoeld?
Pompen of Verzuipen is zo’n spel dat zich soepel tussen doelgroepen beweegt. Het is eenvoudig genoeg om met minder ervaren spelers op tafel te leggen — de regels zijn snel uit te leggen en een potje duurt geen uren. Tegelijk zit er genoeg in om ook doorgewinterde veelspelers een paar interessante keuzes voor te schotelen. Verwacht geen diep strategiespel, maar wel een subtiel psychologisch kaartenspel waarbij je probeert te lezen wat je medespelers van plan zijn.
Juist dat maakt het ideaal als tussendoortje of opwarmer: snel, interactief en met genoeg ruimte om elkaar zachtjes dwars te zitten. Maar het is geen spel voor mensen die houden van grote, thematische spellen waarin je je kunt verliezen in een complexe strategie. Ook spelers die allergisch zijn voor een vleugje geluk of graag alles onder controle houden, zullen hier misschien minder hun draai vinden. Want soms krijg je gewoon een slechte kaartenhand — en dan is het roeien met de riemen die je hebt.
Het spel werkt met drie tot vijf spelers, maar komt het best tot zijn recht met vier. Met drie is het nét iets voorspelbaarder; met vijf wordt het chaotischer, wat voor sommigen juist weer een plus is. Vier spelers biedt een mooie balans tussen overzicht en spanning, en houdt de snelheid erin zonder dat je het overzicht verliest.
Conclusie
Pompen of Verzuipen is zo’n spel dat je gemakkelijk onderschat. De eenvoudige regels en het compacte kaartspel-doosje wekken misschien de indruk van een luchtig tussendoortje — en dat is het ook — maar daarachter schuilt een verrassend scherp spelletje vol subtiele keuzes. Je bent constant bezig met inschatten, afwegen en hopen dat je net níét die ene nare getijdenkaart hoeft te nemen. Bluf, geheugen, risico-inschatting en een tikje geluk grijpen in elkaar op een manier die lichtvoetig blijft, maar toch prikkelt.
Wat het spel extra interessant maakt, is dat je elkaars kaarten doorspeelt tussen de rondes. Daardoor krijg je de kans om met meerdere ‘sets’ te spelen en steeds opnieuw je aanpak aan te passen. Die wisselwerking houdt het fris, zelfs na meerdere potjes. De interactie tussen spelers is niet direct gemeen, maar wél voelbaar, en dat maakt het spannend zonder frustrerend te worden.
Het spel is ideaal voor wie houdt van compacte kaartspellen met een psychologische inslag en weinig wachttijd. Zeker met vier spelers komt het het beste tot zijn recht, met voldoende overzicht én dynamiek. Zoek je een luchtig spel dat toch scherp aanvoelt? Dan is dit er één om boven water te houden.
