Gezocht: Burgemeester, planoloog en dierenvriend. Altijd al willen wonen en werken in een fabelachtige plek midden in het bos? Lees dan verder! In het familievriendelijke Tiny Towns help jij de dieren met het ontwikkelen van hun stad. Met jouw hulp ontpopt deze unieke plek zich tot een welvarend en zelfvoorzienend stukje paradijs op aarde. Is Tiny Towns een boom van een spel of moedigt het alleen maar verdere ontbossing aan? Je leest het in deze Tiny Towns review.
Het verhaal
Je bent de burgemeester van een klein stadje in het bos, waar de kleinere wezens van het bos een samenleving hebben gecreëerd die verborgen is voor roofdieren. Dit nieuwe land is klein en de middelen zijn schaars – je neemt wat je kunt krijgen en zegt nooit nee tegen grondstoffen. Plan slim en bouw een bloeiende stad, maar bouw het niet vol met niet te gebruiken grondstoffen!
Familievriendelijk
Het toneel van Tiny Towns is dus een idyllisch stadje verscholen in het bos. Het thema van het spel is erg liefelijk en familievriendelijk en dat zie je terug in de vormgeving. De illustraties van het spel zijn vrolijk, kleurrijk en met veel details. De kaarten zijn van een iets groter formaat (iets smaller dan de kaarten van dixit) zodat de informatie door iedereen aan tafel te lezen is. Het nadeel hiervan is dat het schudden wat ongemakkelijk gaat, maar gelukkig hoef je maar maximaal 15 kaarten per keer te schudden. Wat ik erg leuk vind zijn de verschillende gekleurde houten gebouwen als speelstukken. Ze zijn qua vorm herkenbaar en zien er leuk uit in je stad. Dat er gekozen is voor hout in plaats van plastic maakt mij erg blij, houten stukken zorgen toch voor een betere spelbeleving vind ik.
Ruimte in de breedte
Het opzetten van Tiny Towns is binnen vijf minuten gepiept. Iedereen krijgt een speelbord, je schudt de verschillende gebouwenkaarten en van elke soort leg je er één open op tafel, je legt de verschillende grondstoffen er naast en spelen maar. Je hebt in de breedte wel wat ruimte nodig om alles goed neer te kunnen leggen zodat iedere speler bij de grondstoffen kan en de gebouwenkaarten goed kan zien.
Grondstoffen en gebouwen
Het doel van Tiny Towns is om de meeste overwinningspunten te scoren. Punten scoor je door het bouwen van gebouwen in je stad. Je stad bestaat uit een speelbord van 4 x 4 tegels (16 plekken in totaal dus). Door het plaatsen van verschillende grondstoffen in een bepaald patroon kun je gebouwen bouwen. Elk gebouw zorgt op een andere manier voor punten. Iedere speler kiest in zijn beurt één grondstof uit, deze grondstof moet iedere speler op zijn speelbord plaatsen. Wanneer je een bepaald patroon van grondstoffen hebt gemaakt mag je deze grondstoffen vervangen door het bijbehorende gebouw. Met elk gebouw dat je plaatst wordt het speelveld dus steeds kleiner en moet je steeds beter plannen waar je grondstoffen neerlegt. Wanneer geen enkele speler meer plek heeft om te kunnen bouwen is het spel afgelopen en worden de punten geteld.
De spelregels van Tiny Towns zijn eenvoudig en passen op ongeveer zes A4’tjes. Na 10 minuten lezen was ik mijn eerste potje aan het spelen. De regels zijn duidelijk en ik ben geen situaties in het spel tegengekomen die de regels niet uitleggen.
Bouwgrond is schaars
Wil je Tiny Towns winnen dan zijn twee dingen erg belangrijk: planning en tactiek. Omdat bij elk gebouw dat je bouwt je speelruimte steeds kleiner wordt is het belangrijk om goed te plannen welk gebouw je waar wilt bouwen om de maximale punten uit je gebouwen te kunnen halen. Ook moet je er rekening mee houden dat je in beginsel elke grondstof in je stad móet plaatsen, ook als je een bepaalde grondstof niet kan gebruiken. Hierdoor moet je dus tactisch spelen, niet alleen met het plaatsen van grondstoffen, maar soms kan het ook heel tactisch zijn om een bepaalde grondstof te kiezen die jou niet zo goed uitkomt maar jouw medespelers nog veel slechter. Geluk speelt een kleine rol, je kunt geluk hebben met je monumentenkaart of met de grondstoffen die je medespelers kiezen. De interactie tussen spelers is middelmatig, iedereen speelt vooral zijn eigen spel en zijdelings kijk je wel of je iemand kunt dwarsbomen door een bepaalde grondstof te kiezen.
The more the merrier
Tiny Towns speel je met 1 tot 6 personen. Hoe meer spelers er meedoen hoe uitdagender het spel wordt omdat het langer duurt voordat jij aan de beurt bent, en je dus afhankelijker bent van welke grondstoffen je medespelers kiezen. Het spel is ook goed met z’n tweeën te spelen, maar is dan minder uitdagend dan wanneer je met drie of meer speelt. De solovariant van Tiny Towns is leuk bedacht en is vooral bedoeld om je tactieken en inzichten aan te scherpen zodat je beter wordt in het spel.
Conclusie
Tiny Towns is echt een spel voor de hele familie. Niet alleen door het liefelijke thema maar ook door de toegankelijke spelregels en de beperkte diepgang van het spel. Omdat iedereen voornamelijk zijn eigen spel speelt op een eigen speelbord, kan iedereen leuk meespelen ongeacht de leeftijd of spelervaring. Tegelijkertijd biedt Tiny Towns genoeg tactische uitdaging om ook doorgewinterde spelers te boeien. Wil je kunnen winnen van gelijkwaardige tegenstanders dan zal je al je strategische vaardigheden uit de kast moeten trekken om ze te kunnen verslaan. Door de verschillende gebouwenkaarten is elk potje weer net even anders en vraagt ieder potje een andere tactiek, hierdoor blijft de herspeelbaarheid groot. Tiny Towns is een boom van een spel en verdient met recht een plek in het bos én in je spellenkast.
